Voetklachten


Spontaan ontstane voetklachten, zoals hielspoor, voetzool-achillespees-en voorvoetklachten zijn vaker niet dan wel het gevolg van sportieve overbelasting.

Als er geen directe fysieke oorzaak voor één van deze klachten is, heeft het minder zin om deze alleen fysiek te behandelen. Simpel, omdat het gevolg wel een fysieke klacht is, maar de oorzaak niet. Deze is dan somato-emotioneel en dat wil zeggen dat de gevoelshersenen het lichaam aanzetten tot de productie van pijnstoffen die in dit geval naar de voeten gestuurd worden.

In dit verband valt op hoeveel treffende zegswijzen er in onze taal over voetproblemen zijn:

  • Op gespannen voet leven.
  • Niet uit de voeten kunnen.
  • De hakken in het zand zetten.
  • Op de tenen lopen.
  • Niet je eigen gang kunnen staan.
  • En een zelfgemaakte: als je stevig in je schoenen staat, heb je geen steunzolen nodig.

Treffend zijn deze gezegdes en vaak o zo waar. Zo zie ik in mijn praktijk inderdaad veel hielspoor- en voetzoolklachten bij mensen, die verkrampt door het leven gaan. Datzelfde geldt voor de voetzool-en achillespeesklachten bij mensen die voortdurend op de tenen (moeten) lopen.

Opvallend is ook dat mensen die uit hun evenwicht zijn, in disbalans leven, veel vaker door hun enkels zwikken. Ze staan inderdaad niet stabiel en sterk op hun voeten en hebben dus vaak steunzolen nodig om stevig in hun schoenen te staan.

Vrije, autonome geesten hebben liever gemakkelijk en comfortabel zittende schoenen met weinig steun nodig. Zij die zich meer aan de spelregels houden en binnen de lijntjes lopen (!) dragen vaker strakke, stijve schoenen.

De mensen die s’ avonds thuiskomen en als eerste handeling hun schoenen uitdoen, hebben een sterke hang en drang naar vrijheid en ongebondenheid. Hun knellende schoenen staan symbool voor het knellende bestaan dat ze leiden ( of is het lijden?)

Casus

Karel was 42, reclasseringsambtenaar, vader van twee puberende dochters en woonachtig in een rijtjeshuis in een Vinexwijk. Zijn vrouw was het prototype van een P-vrouw, pienter, perfectionistisch, pietluttig, pietje precies, puntjes op de i en zeer plichtsgetrouw. In zijn hart was Karel een avonturier, een creatieve geest en een dynamische doener, die door zijn vader, belastinginspecteur, min of meer gedwongen was voor zekerheid in zijn loopbaan te kiezen.

Zijn vrouw Merel bevestigde deze zienswijze en vond het allang best dat Karel braaf binnen de lijntjes bleef en iedere maand zijn salaris binnenbracht om alle kosten te dekken.

Karel werd langzaamaan helemaal gek van het korset waarin hij geperst zat. Zijn kleding stond symbool voor het harnas waar hij inzat: een net, strak pak, een stropdas die hem nekte en gepoetste schoenen die zo knelden dat hij ze al bijna uit had voordat hij thuis was. Karel werd steeds stiller, somberder en chagrijniger. Zelfs vier keer per week hardlopen gaf hem geen gevoel van vrijheid meer. Ook daar perste hij zich in allerlei loop-en tijdschema’s en kreeg daar op den duur een bloedhekel aan.

Natuurlijk werd hij daarbij geholpen door zijn voetklachten en natuurlijk lag dat volgens de medische kenners aan zijn voeten, zijn hardlopen en zijn leeftijd, ook had al had Karel jarenlang zonder voetklachten rondjes gerend.

Dus kreeg Karel steunzolen voorgeschreven en zelfs in zijn hardloopschoenen werden sportsteunzooltjes gelegd. Uiteraard hielpen deze symptoombestrijders maar tijdelijk en tenslotte hing hij zijn hardloopschoenen met zooltjes aan de wilgen.

Toen werd Karel helemaal gek van zichzelf en op advies van een vriend nam hij contact met mij op. Na het eerste gesprek was al duidelijk dat Karel op gespannen voet met zichzelf leefde, niet uit de voeten kon op zijn werk en daar al die tijd op zijn tenen liep.

De boodschap van zijn voeten aan Karel was symbolisch: hou maar eens op om op deze manier hard door jouw leven te lopen.

Maar wat nu?
Een vaste baan, een ruim salaris, goede pensioenvoorzieningen, een prima cao, werk op fietsafstand en intussen al aardig wat vrije dagen opgebouwd. Dat allemaal opgeven voor een in de toekomst onzekere baan als…, ja, daar moest Karel eens goed over nadenken. Karel is gaan werken in het tuindersbedrijf van zijn neef. Hij verdiende er een derde minder, wat hij compenseerde met beunen in de avonduren en op zaterdagmorgen. Zo was zijn Merel ook weer tevreden. Buitenlucht, lekker lijfelijk actief zijn, vrijheid van handelen, steeds nieuwe mensen ontmoeten, creatieve tuinoplossingen bedenken, kameraadschap op het werk, Karel had zijn paradijs gevonden.

En hoe zit het dan met die lompe, zware, onbuigzame tuinschoenen….? Nooit een greintje, een spoortje last van gehad!

Deze casus van Karel is het voorbeeld van de tegenstelling welvaart-welzijn. Als je je werk met hart en ziel, met liefde en plezier doet, dan is het salaris minder belangrijk dan de inhoud en de vorm van de werkzaamheden.

Tenslotte.

In Europa staat Nederland al jarenlang in de top 3 van landen waarvan de inwoners vinden dat ze heel gelukkig zijn. In Europa staat Nederland al jarenlang op nummer 1 bij het gebruik van antidepressiva door volwassenen. Één op 16 volwassenen gebruikt in ons land een antidepressivum. Blijkbaar vinden we onszelf gelukkig, welvaart en voelen we onszelf ongelukkig, welzijn.